vrijdag 19 november 2010

16= rapport Inspectie en verweer van Jos.

Hoofdstuk 16

Vandaag is het 18 November 2010.
Het was de dag waarop onze advocaat Mr Hans Anker zijn pleidooi hield. Hans had 2 uur gereserveerd bij de rechtbank, en die had hij ook op een paar minuten na helemaal nodig.
Daarna mocht Jos ook nog een eindbetoog houden .
Het hele traject wat we nu al bijna 10 jaar lopen is oorspronkelijk begonnen met een rapport van de Inspectie Volksgezondheid. De verwijzingen in dit rapport die betrekking hebben op Jos en mij (dhr K) hebben wij nooit onderschreven. Het rapport kwam in februari 2002 uit.
Op 17 februari 2004 stond het rapport al op de site van de Bond tegen de Kwakzalverij. (deze heeft later de statuten en naam van Bond in Vereniging gewijzigd, maar daar later meer over)!!! Ik heb een print gemaakt als bewijs dat het op de 17e februari 2004 op de site stond.
Wij kregen op 17 februari al telefoontjes en faxen (die zitten in het dossier) waarin NOVA -NOS en andere omroepen ons verzoeken om toch maar aub commentaar te geven in hun programma,s.
Op 17 februari heeft Silvia Pilger als redactielid van NOVA ons de link per mail verzonden van het rapport.
Wij waren natuurlijk boos op de Inspectie Volksgezondheid dat de media al een rapport heeft terwijl de familie en betrokkenen nog niets hebben ontvangen.
De Inspectie reageerde per fax op ons boze telefoontje met het volgende bericht op 19 februari 2002.
"De bedoeling was U het rapport te doen toekomen alvorens het (eventueel) in de openbaarheid kon komen.
Op onverklaarbare wijze is het rapport op dinsdag 17 februari in handen van het NOS journaal gekomen die er onmiddellijk mee naar buiten kwam. Dit belette aan onze oorspronkelijke bedoeling te voldoen. Wij betreuren deze gang van zaken zeer".

Op 20 februari dus pas 3 dagen later werd het rapport aan De Voorzitter van de Tweede Kamer aangeboden. Ook daar heb ik uiteraard een print van gemaakt.
Wat ik hierbij wil opmerken is dat de site van de Inspectie Volksgezondheid natuurlijk beveiligd is. Probeer daar maar iets op te wijzigen. Dat lukt gewoon niet. Dus wederom mag ik concluderen dat er op de Inspectie Volksgezondheid een lek zit, die de informatie direct doorsluist naar de media en de toen nog genaamd Bond tegen de Kwakzalverij. Misschien een toeval dat de Inspecteur Generaal van de Volksgezondheid in die tijd dhr Kingma tevens erelid is van de Bond tegen de Kwakzalverij!!!!
Wij zijn ruim een jaar bezig geweest via onze advocaat om wijzigingen aan te brengen in de gespreksnotities, en op 19 maart 2003 ontvingen we een brief van de Inspectie Volksgezondheid ondertekend door dhr Westerouen van Meeteren waarin hij aangeeft dat de Inspectie zich niet kan vinden in de wijzigingen die wij hebben doorgegeven nav ons gesprek op het kantoor van de Inspectie op 27 november 2002 . Westerouen geeft aan "het ligt niet in de lijn der verwachtingen dat dat er een consensus bereikt zal worden over de Verslaglegging van het gesprek. De Inspectie zal alle  reacties en voorgestelde wijzigingen samenvoegen in hun dossier, opdat het compleet is". Vervolgens hebben we gezien dat al onze wijzigingen volledig genegeerd zijn in het rapport wat in februari 2004 verscheen.

http://www.igz.nl/zoeken/download.aspx?download=De_zorgverlening_aan_S.M..pdf

Als je op deze link klikt zie je een dossier van 101 blz. Hiervan zijn ruim 30 blz aan ons besteed, terwijl Jos en ik een van de ruim 30 therapeuten, artsen en ziekenhuizen waren die aan het ziekbed van Silvia stonden.
   Heel frappant was het dat we tijdens de koffiepauzevandaag  nog weer een nieuwtje hoorde.
Hans Anker had namelijk net zijn betoog van bijna 2 uur gedaan, en dus was er even 15 minuten koffie pauze.
Jos bleef op de gang met Hans om zijn eigen eindbetoog nog door te nemen, terwijl ik naar beneden liep in de koffiekamer, om voor ons alle drie koffie te halen. Ik bleef maar om me heen kijken omdat mevr Peters (dat was de Inspectrice van de Inspectie Volksgezondheid) die op 27 November 2002 het gesprek met Jos en mij had samen met haar collega Dhr Westerouen van Meeteren en een secretaresse)  ook in de zaal zat op de publieke tribune.
Ik wilde deze mevrouw graag eens aanspreken om haar te vragen hoe ze zichzelf nu voelde om nog steeds  na 10 jaar het hele proces te volgen.
Maar, deze mevrouw liet zich helaas niet zien. Ze ontwijkt ons altijd als ze tijdens een zitting aanwezig is.
Toen ik weer boven kwam zat Karin Mellisant (vriendin en visagiste) van Silvia op de gang te wachten. Ik zag dat Jos en Hans nog druk bezig waren, dus ik begon even met Karin een praatje. Waarop Karin mij vertelde dat zowel het gesprek wat zij als Nol, de partner van Silvia als mevr Lenie Millecam bij de Inspectie hadden gehad in 2002 nooit in het rapport van de Inspectie is opgenomen.
Terwijl onze advocaat speciaal op 30 september 2004 gesprekken met Mevr Lenie Millecam (moeder van Silvia) en op 16 september 2004 Nol Willemsen (partner van Silvia) had gehouden in respectieflijk Boxmeer en Amsterdam.
Waarschijnlijk allemaal te positief voor de complementair werkende artsen en therapeuten. Waarop ik direct een kortsluiting kon maken met de opmerking die Nol jaren terug maakte dat hij bij de Inspectie Volksgezondheid was geweest, en dat dhr Westerouen van Meeteren tegen hem gezegd had dat de Inspectie ook Nol zouden kunnen aanklagen, omdat hij in de denk en handelswijze van Silvia was meegegaan. Hij had haar zelf naar een ziekenhuis moeten brengen volgens de Inspectie. Nol vertelde dat aan Jos en mij, en was er boos maar ook geiintimideert over.
Als we geweten hadden dat zowel Lenie Millecam, als Nol Willemsen als Karin Mellisant wel bij de Inspectie Volksgezondheid waren geweest, dan had dat ons achteraf gezien een heleboel geld gescheeld aan advocaat kosten. Onze toemalige advocaat voor de tuchtzaak is speciaal aar Boxmeer en Amsterdam gegaan voor deze verklaringen.
Ik heb dat in alle rechtzaken en de tuchtzaak bij mijn verhoor aangegeven, dat de Inspectie Volksgezondheid bij monde van dhr Westerouen van Meeteren niet onpartijdig was, en dat er vooringenomen suggestieve vragen werden gesteld.
Toen Nol in 2009 bij de Rechter Commissaris verscheen voor een gesprek, antwoordde hij op de vraag of hij door de Inspectie Volksgezondheid onder druk gezet was.
Dat  hij  net als bij de facturen die we samen vernietigd hadden, dat hij wederom NIETS MEER WIST.
Tja op deze wijze kom je natuurlijk overal makkelijk van af, en hoef je nergens meer verantwoording voor te dragen of nemen. Maar Jos en ik weten wel beter.

Dit rapport is dus de basis geweest voor een touwtrekken van bijna 10 jaar.
Maar nu eerst maar eens het eind pleidooi van Jos vandaag


Pleidooi Koonen , proces Millecam d.d. 18-11-2010
Geachte Rechters
De negen jaar dat deze rechtzaak al duurt  zijn mijn familie en ik zowel emotioneel als financieel door een hel  gegaan.
Door tuchtrechter en civiele rechters ben ik met wetsartikelen om de oren geslagen. De wereld van de rechtspraak is voor mij volledig vreemd.
Wat mij bijvoorbeeld erg aan het hart ging was dat in het requisitoir geen enkel argument dat  voor mij spreekt ter sprake kwam.Alleen de belastende feiten werden opgesomd, alsof  het OM er uitsluitend is om mij te veroordelen.
In mijn beroep behoor ik meerdere kanten van de zaak te belichten, om goed werk te leveren.
Daarom ben ik wel blij dat ik nog een pleidooi voor mezelf mag houden.
Als gewetensvol  arts  ben ik altijd een voorstander geweest voor  samenwerking met de reguliere geneeskunde .Altijd heb ik  het beste proberen te doen voor mijn bijna 10.000 patiënten.Dus ook voor Sylvia.
Het onderzoek in de zaak Millecam is vanaf het begin erg gekleurd geweest.
Hoofdinspekteur Kingma heeft het onderzoek gestart. Hij, als lid van de bond tegen de kwakzalverij,heeft in dit onderzoeksrapport uiteindelijk alleen de alternatieve artsen en therapeuten eruit gelicht.
Cruciaal , maar ten onrechte genegeerd, is de rol van de vele reguliere artsen en specialisten die Sylvia heeft geraadpleegd.Doordat zij faalden in het overtuigen van Sylvia is zij onbehandeld gebleven.
Deze artsen hebben haar dus ook niet kunnen overtuigen .De op vooroordelen berustende benadering van Dhr. Kingma en de Bond tegen de Kwakzalverij is de aanleiding geweest, om van het persoonlijk verhaal van Sylvia Millicam een tuchtzaak en rechtzaak te maken. Met eerst vier en zonder duidelijke reden uiteindelijk drie alternatieve therapeuten als beschuldigden.
Ik ben voor een gesprek in Den Haag uitgenodigd door het Tuchtcollege. Maar zonder cautie verlening en zonder advocaat, kwam ik in een vooringenomen schreeuwend en verwijtend kruisverhoor terecht.
Hiermee begon een vervolgverhaal  van negen jaar.
Met heel wat aparte en op zijn minst twijfelachtige gebeurtenissen en wendingen.


Een voorbeeld:
Op 17 februari 2004 plaatste de Bond tegen de Kwakzalverij het Rapport van de Inspectie op hun eigen site; Aan de voorzitter van de Tweede Kamer  is het op 20 februari 2004 aangeboden en de famile en direct betrokkenen hebben van het rapport eerst via de media kennis genomen  en het pas op 26 februari per post ontvangen.
Mevr.Melissant vertelt 18 NOVEMBER 2010 dat de Inspektie voor haar eeste RAPPORT de moeder van Sylvia , Nol en Mevr.Melissant hebben verhoord ,maar hiervan is nooit iets in het rapport verschenen.
Bij eerdere navraag zegt de Inspectie dat ze wegens de emotionele belasting  hiervan hebben afgezien? ( 19 november 2010 Ingevoegde regel )
Het doel heiligt de middelen zegt U misschien als rechters?
Misschien is het toch een proefproces, maar in de medische proeven gebruiken we hiervoor proefdieren.Geen mensen.
Ik vind het genoeg en bij de beesten af .Steeds verder wordt alles uitvergroot,elk woord wordt op een weegschaal gelegd om misschien toch nog een nieuwe reden voor veroordeling te vinden.
Ik vraag het OM ,ik sta hier terecht maar ik noem slechts een voorbeeld uit mijn omgeving : wanneer komen de rechtzaken voor, van de cardiologen uit Nijmegen,  die door ruzie doden op hun geweten hebben?Of de  talloze gevallen per jaar van blunders van huisartsen ,wanneer horen we daar iets van?
Waar zijn de andere 28 artsen en therapeuten die Sylvia consulteerde in dit verhaal?Hebben zij geen schuld?
Hiermee wil ik benadrukken hoe inconsistent en selectief de aanklachten zijn , niet om beschuldigend naar anderen te wijzen.
Zou hier toch ook de woorden vooroordeel en discriminatie niet om de hoek komen kijken?
Dan vind ik het volgende nog steeds onbegrijpelijk.Zelfs een leek die hoort van een knobbeltje in de borst weet dat dit in ieder geval verder onderzocht moet worden.Waarom zou ik haar dit advies niet gegeven hebben?
In dit verband denk ik aan de zeer belangrijke zin van Sylvia: “Heb ik toch verkeerd gegokt
Wat moet hieruit geconcludeerd worden? Dat ze zelf,ondanks alle adviezen, de keuzes gemaakt heeft en zich consequent aan deze keuzes heeft gehouden.
Voordat ze naar mij toe kwam in de eerste fase had ze net de afspraak voor een kijkoperatie in het  ziekenhuis afgezegd.Ze had dus al een keuze gemaakt om een  reguliere benadering op zijn minst op het tweede plan te zetten.
Ze kwam bij mij , mijn onderzoek gaf geen informatie, en ondanks mijn uitleg over de meting , heeft ze mijns inziens de niet negatieve uitslag van de  electroacupunctuur- meting als reden genomen om niet verder onderzoek te laten doen .Ondanks Poessel’s en mijn aandringen om regulier verder te gaan.
Gegevens opvragen bij haar huisarts Dr.Kist had geen zin omdat die er nog niet waren.
Wat zijn de verdere bewijzen waard?Voor mij belangrijke feiten die ik nogmaals voor mijn verdediging wil benadrukken uit het grote dossier zijn de volgende:
Uit de eerste fase Mevr.van Ophuizen:
Niemand van ons heeft haar die bewuste dag gezien en zij zelf weet niet waarom ze bij ons in de praktijk was.Zij kan ook niet bewijzen dat ze er was,maar kan zich vreemd genoeg wel de details herinneren van uitlatingen van Sylvia wanneer die mijn onderzoekskamer uit komt.We hebben geen geld gehad om de meineedzaak tegen haar door te zetten.
Ongelooflijk dat er in het requisitoir 10 jaar na dato mij nog ten laste gelegd wordt dat ik 2 jaar na dato me vergiste in de consultdatum , ik dacht aan september maar het was oktober.Dat ik het verhoor niet voorbereid had spreekt toch ook voor mij?
In verband hiermee:Indien getwijfeld wordt aan de praktijkagenda ,waarom heeft er dan geen forensisch onderzoek plaatsgevonden, zoals bij Broekhuizen?
Als Sylvia blij zou zijn geweest met mijn uitslag en advies, dan zou ze toch direct naar haar moeder gegaan zijn ? Dit heeft ze niet gedaan want  ook eind 1999 was Sylvia’s moeder nog steeds bezorgd over de knobbel en was door Sylvia toen ook niet gerustgesteld.(Zie verklaring Mevr.v.d. Hoogen).En ze zou toch ook alles verteld hebben aan Nol, die nog lange tijd na mijn advies van niets wist.
De eerste verhoren van de Inspectie waren uit eigen ervaring absoluut niet neutraal.Getuigen waren door roddel en achterklap en krantartikelen toch ook niet meer betrouwbaar?! Mevr. van Ophuizen wist niet meer of de verhoren tegelijkertijd of voor iedere assistente  apart geweest waren in de praktijk van Dr Jansen. Het lijkt me sterk dat je zoiets vergeet!
Assistentes ,opgeroepen door huisarts Jansen, waren in de voorafgaande periode met ons in een arbeidsconflict.  Op het tijdstip van het verhoor, waren ze reeds enkele maanden ontslagen. Ze hadden al veel onderling besproken,zoals ook blijkt uit de volgende verklaring.
Mijn hoofdassistente:
Mevr.Nielen bij Inspectie: “Koonen deed alsof het goed met haar ging”
Dezelfde Mevr.Nielen over deze uitlating : bij Rechtbank A’Dam:”Dit heb ik alleen gehoord van Collega’s”.
Visies veranderden enorm zoals bij Mevr.Nielen:bij Inspectie:Sylvia had het over een bacteriële infectie, maar ik weet niet of Koonen dat tegensprak  .....
en dezelfde Mevr. Nielen wist het enkele tijd later wel zeker: rechtbank A’dam: Koonen antwoordde op: “Het is toch geen kanker?”: ”het is een bacteriële infectie”!!!!
Zo veranderen uitlatingen bij de niet medisch geschoolde assistentes.Waarbij ik hen nooit heb geïnformeerd over medische feiten van Sylvia, zij hebben er hun eigen visie over ontwikkeld gebaseerd op gegevens uit de wandelgangen.
Zelfs de huisarts Jansen, een sleutelfiguur in alle beschuldigingen, die eerst verklaarde Sylvia in een hopeloze toestand te hebben aangetroffen, verandert in zijn tweede verhoor van mening en vindt dat het wel meeviel.Hij zelf heeft ook niet de dringende noodzaak gezien om zelf zuurstof of extra pijnstillers te geven! Ook hier hebben we geen geld gehad om hem voor meineed aan te klagen.
Huisarts Jansen bevestigt overigens dat “Sylvia niet bij Koonen was om te genezen , maar om zich beter te voelen”.
Nu Wat betreft de tweede periode.
Talloze autoriteiten op het gebied van kanker hebben haar niet kunnen overtuigen om zich regulier te laten behandelen. Mij wordt het wel aangerekend dat het me in de laatste 4 maanden van haar leven, mei-augustus 2001, ook niet lukte.
Uiteindelijk zegt Nol zelf dat het reeds eind 2000 duidelijk was dat aan.. let wel.. “de kanker” regulier niets meer gedaan kon worden.
Huisarts Kist heeft verklaard dat hij maart 2001 benauwdheid en pijn heeft waargenomen en tegen Sylvia gezegd heeft dat ze dood zou gaan als ze er niets aan zou laten doen.
Ook chirurg Dr.Kappel heeft Sylvia nadien nog bezocht.
Het had geen effect en er werden geen verdere stappen ondernomen vanuit het reguliere medische circuit.
De altijd zo bruisende  Sylvia was daarna sociaal volledig geïsoleerd en een zielig muisje  geworden. Bij ons in ons  levendige gezin en gebouw vond ze weer haar energie terug.
Sylvia logeerde 4dagen van de week bij ons en was 3 dagen thuis in Amsterdam wanneer Nol vrij had.
Het was vanaf het begin bij ons een zo ernstig ziektebeeld dat het voor iedereen duidelijk was dat genezing niet meer mogelijk was.
Ze weigerde elke vorm van reguliere palliatieven zorg ,zodat ik haar alleen, zover als nodig was, kon ondersteunen en controleren met de in de praktijk aanwezige niet reguliere middelen.
Ze was deel van ons gezin en bloeide weer op.
Sylvia had haar eigen verantwoordelijkheid en kon zichzelf goed verzorgen,alleen de haren werden 1 x per week door haar visagiste ,Mevr.Melissant gedaan ; Haar conditie bleef stabiel ,zoals Dr.Kist en Dr.Kappel hebben geconstateerd .Voor haar en voor mij was de week vakantie naar Polen dan ook verantwoord. Ze had geen medische verzorging nodig. Haar moeder was die week bij haar in Amsterdam zodat ze niet weer alleen was. Na die week was haar conditie echter zover achteruitgegaan , dat we haar op de gemaakte afspraak moesten wijzen dat ze vrijwillig naar het ziekenhuis zou gaan als ze zieker zou worden.
Mevr.Melissant heeft het bestaan van deze afspraak bevestigd.
Het heeft toch nog 3 weken geduurd voordat ze toestemming voor verwijzing naar het ziekenhuis gaf. En ze was zo consequent dat ze zelfs in de laatste week 2 dagen lang weigerde de vochtafdrijver van Dr Jansen in te nemen.
Door de officier van Justitie  wordt beweerd dat ik Sylvia’s vertrouwensarts was ,maar ze heeft in de eerste anderhalf jaar van haar ziekte geen raad bij mij ingewonnen en zelfs toen ze bij ons logeerde bezocht ze andere therapeuten en artsen.Ook mijn negatieve advies over de therapie in Zwitserland heeft ze in de wind geslagen.
Dan even wat feiten voor de beeldvorming:
Hoe Sylvia en vooral Nol toen reageerden is bijzonder:huisarts Jansen had Sylvia en Nol nadrukkelijk verteld dat Sylvia op het punt stond te overlijden.Sylvia lag nog een week bij ons , maar Nol ging toch in die week naar A’dam om te  werken.
Sylvia heeft Nol nooit betrokken bij mijn medische gesprekken met haar in mijn praktijk.Hij toonde geen interesse, hij bracht haar en haalde haar op.
In de afgelopen rechtzitting werd mij gevraagd over een telefoontje van Nol.Ik heb nooit een telefoontje van hem gehad!Waarom ook ?, want Nol is voor de begrafenis van Sylvia nog bij mij thuis geweest om Sylvia’s spullen op te halen.Hij was ons toen alleen maar dankbaar voor wat we voor Sylvia hadden gedaan.
Heeft niemand zich overigens afgevraagd waarom Nol ,die dag en nacht bij Sylvia was, niet eerder aan de bel heeft getrokken indien  zij werkelijk zo beroerd zou zijn geweest als het wordt voorgesteld?
Tot slot de uitlating in de laatste rechtzitting over gegevens op internet: er zouden nog gegevens staan op Internet van mij, over mogelijke effekten van het Pap –Imi -apparaat .Ik heb deze firma  niet geautoriseerd gegevens van mij te gebruiken.Tijdens de rechtzitting in 2006 heb ik de aan mij toegeschreven gegevens laten verwijderen ,maar in zoekmachines op Internet lukt dit helaas nooit.Gegevens die er nog op staan zijn ook niet voor mijn verantwoordelijkheid.
Als laatste  nog een citaat uit de door mij afgelegde eed van Hypocrates:
 Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen.
Hieraan heb ik me gehouden. Ik dank U
Jos Koonen
 Nou dan ben je wel even stil hoor.
Op grond van deze verklaring besloot de Hoge Raad om geen uitspraak te doen op 2 december2010, maar om dat door te schuiven naar 16 December 2010.
Hans Anker was hier na afloop erg tevreden over. Jos kreeg een hartelijke compliment van Hans. Hij was ook erg positief over het feit dat de Hoge Raad meer tijd nodig heeft om alle stukken en verhalen te verwerken in een goede uitspraak.
Nou maar afwachten. Kan ik je in de tussentijd op de hoogte brengen van de tussenliggende tijd.

2 opmerkingen:

  1. Lieve Mensen,
    Eindelijk maak jij, Jos, hier in dit pleidooi iedereen goed duidelijk dat inderdaad jij wordt misbruikt om , door misbruik van de bekendheid van Sylvia, de complementaire artsen zwart te maken.
    Wat zijn die reguliere artsen, samen met de Pharmacie, toch bang hun status te verliezen.
    Deze mening deel jij niet alleen, gelukkig roeren mensen in de Europese commissie zich allang. Hopelijk brengen die nogeens iets tot stand waardoor deze heksenjacht stopt.
    Wij wachten met spanning de uitspraak af, het kan toch niet anders meer dan goed aflopen voor jullie, vinden wij, na het pleidooi van Anker en jou gelezen te hebben.
    Sterkte,
    Wout en Gon.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Knap stukje werk jongen; beter kan dit niet.

    Laat nu eindelijk het recht geschieden,

    tot horens.

    Eric

    BeantwoordenVerwijderen