maandag 8 november 2010

9= Waarom de messen geslepen werden.

Hoofdstuk 9

Vandaag is het 8 November 2010.
Het was ook de eerste dag van de wederom gestarte rechtzaak.
In 2009 toen het OM een strafzaak begon was de strafeis 12 maanden voorwaardelijke gevangenis en voor altijd een ontzegging uit het artsenregister voor Jos.
Iedereen heeft toen wel meegekregen dat Jos dus wel veroordeelt is, maar dat de rechter van mening was dat Jos en zijn hele gezin al genoeg geleden hadden, en dus werd er geen aanvullende straf opgelegd.
Wij waen dan ook heeeeeeeeeeeeeeeeeel erg blij dat er 2 weken na het vonnis in 2009 geen hoger beroep was aangetekend door het OM.
Als je het niet eens bent met een uitspraak van de rechter heb je zowel als burger , maar ook als Openbaar Ministerie de mogelijkheid om beroep aan te tekenen. Dat moet dan wel binnen 2 weken na het vonnis. Natuurlijk waren wij nog steeds van mening dat een veroordeling niet op z,n plaats was. Maar ons ontbrak het geld om daarover te procederen.  Het enige wat wij gedaan hadden was een goede vriendin opgevangen in ons huis. Zoals moeder Lenie in een tv interview ooit zei, 'die mensen hebben zoveel goeds gedaan voor mijn dochter, ik kon haar niet opvangen, en zij hebben haar belangeloos in hun huis opgenomen. Ik ben van mening dat ze alle lof verdienen ipv al deze juridische achtervolging'.
Ook de partner van Silvia dat was Nol was vol lof over ons, en beaamde dat Silvia nooit een cent betaald heeft voor de logeerpartij van ma t/m do of vrijdag over een periode van 4 maanden.
Wie schetst onze verbazing dat er uiteindelijk TOCH een hoger beroep is aangetekend door het OM. Onze advokaat zei in de rechtszitting op 8 juli jl dat de termijn om hoger beroep aan te tekenen voor het OM al ruim 10 maanden overschreden was. Maar................... de rechter oordeelde, het stond ook in alle kranten. 'Het was dan welliswaar een schoonheidsfoutje, maar de rechtzaak in hoger beroep gaat toch gewoon door'.
Nou daar zaten we dan vandaag voor de eerste dag.
Ik slaap altijd hardstikke slecht in deze periode, allerhand uitspraken en halve waarheden komen bij me naar boven. Ben dan net een vulkaan die wil ontploffen. Zeker als je in de rechtzaal zit, je mag niks zeggen of doen je moet alles overlaten aan het geheugen van Jos die op dat moment antwoord moet, mag geven op vragen van de rechtbank.
Jos had vandaag in eerste instantie aangegeven dat hij het nog steeds vreselijk blijft vinden om in een adem genoemd te worden met Jomanda en dhr Broekhuizen. Hij wil graag als individu gezien en behandeld worden in de rechtzaal. En op het moment dat de zaak over de beide andere mensen gaat hij dus op de gang gaat wachten.
We hebben samen dan ook rustig op de gang gezeten nadat alle vragen aan Jos gesteld waren. Ik was hardstikke trots op hem, want hij gaf dit keer uitgebreid antwoord, kwam zelf met reacties en was minder zenuwachtig als voorheen.
Vandaag ging het met name over de periode van 19 oktober 1999, toen Silvia bij ons op bezoek kwam. Ik heb daar toevallig gisteren uitvoerig over geschreven.
Wat een heel belastende getuige is, is het verhaal van onze voormalige secretaresse..
Ik schreef gisteren al dat de messen nu in de tussentijd scherp geslepen waren, en dat ga ik vandaag aan je uitleggen.
Onze secretaresse was op 1 februari 1997 bij ons begonnen te werken. De bewuste datum dat Silvia een gesprek met Jos en Norbert had was op 19 oktober 1999. De rechter vroeg vandaag aan Jos hoe lang de secretaresse al bij ons werkte, en hij gaf aan dat dit al enkele jaren was. Maar de werkelijkheid is dat ze 2,5 jaar bij ons werkte. Of dat hetzelfde is als enkele jaren weer ik niet. Maar in ieder geval was het dus een feit dat ze 2,5 jaar bij ons werkte.
In diezelfde periode hadden we ook een aantal assistentes aangenomen, die in 1998 en later zijn begonnen. Het was de bedoeling dat de assistentes de metingen met EAV voor Jos zouden gaan doen. Je moet dan bedenken dat deze dames voor de aanduiding noem ik je P H en G van Jos cursus hadden gehad om zo de EAV meetpunten te gaan registreren. Voor Jos was dit belangrijk, omdat op deze wijze de meting meer objectief was. Immers de dames P H en G wisten niets van medische zaken af, en hadden alleen maar geleerd om te meten. Jos zelf kreeg soms een beroeps deformatie. Als je bv met hem door de stad liep dan gaf hij commentaar over een passerende persoon, omdat er uiterlijke verschijningsvormen waren, waardoor je kon zien wat waarschijnlijk de klacht zou zijn bij die persoon.
Dat deed hij natuurlijk ook bij de observatie van zijn patienten. En om te voorkomen dat hij zou gaan 'hinein interpretieren', had hij de assistentes opgeleid om de metingen onbevangen en niet bevooroordeeld te doen.
De drie dames begonnen aan de cursus, en Jos gaf aan dat het ook goed zou zijn dat de secretaresse dit ook zou gaan leren. Als er eens een assitente ziek zou zijn, dan kon altijd de secretaresse nog invallen. Ik heb ook de cursus gedaan om te leren meten, maar ik was daarnaast erg druk met mijn Herbalife netwerk, en deed voor de verhuizing alle Colon Hydro Spoelingen zelf. De ruimte was nieuw en netjes, maar relatief klein, en dus deed ik de spoelingen allemaal zelf.
Aan het einde van de zomer 2001 kreeg de dochter van onze secretaresse een ernstig auto ongeluk. De dochter belandde in Duitsland in het ziekenhuis, en was lange tijd in kritieke toestand. In oktober 2001 kwam de dochter naar huis, en lag 2 maanden van de hals tot aan de knieen in het gips. Ze moest met alles geholpen worden, en herstel zou zeker 2 maanden duren.
Onze secretaresse kwam in die tijd wel naar haar werk, maar was er in haar hoofd niet helemaal bij. Vandaar dat Jos en ik ervoor kozen om haar 2 maanden betaald verlof te geven. Wij hadden meer aan haar als secretaresse als ze goed haar werk kon doen, als zoals het op dat moment was, veel fouten maken en geestelijk veel afwezig.
Tijdens haar afwezigheid hebben de andere assistentes ook veel van haar werk bv telefoon aannemen en afspraken maken overgenomen. Toen ze begin december 2001 weer begon te werken gaven de assisentes aan dat ze een andere verdeling van de taken wilde. Immers iedereen kon meten, en iedereen zag het wel zitten om als balie medewerkster de telefoon aan te nemen en afspraken te plannen.
De secretaresse gaf aan dat ze daar geen zin in had, ze vond het vreselijk zoals ze zei om aan de voeten van een vreemde te prutsen.
De laatse dagen in december 2000 voor de kerstvakantie hebben we samen met de assitentes en secretaresse spullen ingepakt, en zijn we eerst met de praktijk verhuisd naar onze huidige lokatie. Later tijdens de vakantie zijn we ook prive mee verhuisd.
Al tijdens de verhuizing zat de sfeer niet goed. Ik kan dat nu achteraf zeggen, maar in die tijd had ik het niet in de gaten. De dames waren onderling met een strijd bezig over de werkverdeling, en ik was niet op de hoogte van deze spanningen.
   In die tijd kregen wij een verzoek van een school in de buurt om een minder valide meisje op te nemen voor stage. Wij waren inmiddels verhuisd en volledig ingericht voor minder valide.
Dit meisje kreeg de plek aan de balie om afspraken te maken en fakturen te maken, afrekenen en telefoon aannemen. Ze had in mijn ogen een goede heldere telefoonstem. Het instituut waar ze op school zat deed samen met mij de begeleiding van haar.
In maart 2001 hebben we een open dag gehouden op de nieuwe lokatie, en voor vrienden, familie en personeel een feestje na afloop inclusief buffet.
De dames die bij ons werkten hadden een uitnodiging incl partner. Op die bewuste dag werd ineens pijnijk duidelijk dat de sfeer niet goed zat. De dames zijn na de open dag naar huis gegaan, hebben niet meegedaan aan het feest. Hebben zich terug getrokken in een werkkamer om van het buffet gebruik te maken, en zijn als groep na het eten vertrokken.
Jos en ik bleven beteuterd achter en konden niet snappen wat er gebeurd was. Duidelijk was wel dat de stagaire in de rolstoel niet in deze groep opgenomen was, zij bleef gewoon op het feest.
Op 1 januari 2002 hadden we dhr Canters als manager aangenomen. Voor onze secretaresse was dit een grote teleurstelling. Zij had immers het langst gewerkt, en had de hoop om deze functie te kunnen vervullen.
Wij kozen er echter voor om een man in dienst te nemen, die het hele automatisering- traject kon realiseren, een netwerk in het pand beheren, pinapparaat installeren, telefooncentrale en nog veel meer technische dingen opstarten.
Voor onze secretaresse was dit een domper op haar werk vreugde. Vanaf dat moment begon ze veel tijd te reserveren om patiënten te begroeten, een praatje maken, dialect te spreken en weinig productiviteit.
Zeker met een nieuwe manager, was het allemaal ineens minder 'gemoedelijk'. De koffiepauze was nu ineens in de kantine, en niet meer privé bij ons in de keuken. Er was een tweede arts bij gekomen, en dus meer metingen te doen.
De dames begonnen te morren en mokken. Moesten wennen aan de cultuur omslag die de nieuwe manager met zich meebracht. Maar dat was nu juist zijn taak die Jos en ik hem gegeven hadden.
In eerste instantie werd de werkplek van de secretaresse verhuisd naar een ander kantoor, waar ze uit het zicht zat van de wachtkamer, om zo te vermijden dat ze met patiënten gezellig zou gaan kletsen.
Daarna kreeg ze te horen dat het niet nodig is om de vragenlijst die de patiënten voor het consult aan het praktijkadres terug stuurde door te lezen. Zij hoefde de aanleiding van het consult niet te weten. Alleen naam en adres gegevens in de computer invoeren was genoeg volgens ons en de manager.
Toen uiteindelijk bleek dat ze dit toch bleef doen, heb ik in die periode de invullijsten zelf NAW gegevens in de computer ingevoerd. Ook zijn we in die tijd begonnen om patiënt dossiers van bekende mensen te verhuizen naar onze pive woning die boven de praktijk ligt. Dit waren mappen van bv politici van de tweede kamer, van mensen zoals Silvia Millecam, maar ook van haar buren en familieleden. Patient mappen die voor de secretaresse een bijzondere betekenis hadden.
Al snel bleek dat ook de assistentes de mappen van bekende nederlanders inzagen, want men begon deze mappen te missen terwijl er geen aanleiding was om deze mappen op te zoeken.
Zij was daarover erg gebolgen en begon openlijk samen te scholen met de assistentes die ook werkzaamheden moesten doen, die ze in de vorige lokatie niet hoefden te verrichten. Ik denk aan handdoeken vouwen, kantine opruimen, vaatwasser in de kantine uitruimen, wachtkamer op orde houden, en hun eigen werkkamer zuigen en schoonhouden.
In die periode had de manager op 20 februari 2002 voor het eerst een vrije dag. Een bruiloft. Hij was die dag dus afwezig, maar had de dag ervoor een verzoek op papier gezet voor de secretaresse om bepaalde lijsten uit te printen.
Even voor de duidelijkheid, de manager was dus net 6 a 7 weken aan het werk bij ons. Toen de secretaresse dus die bewuste 20 februari op haar werkplak kwam, zag ze dit verzoek liggen. Ze werd boos, en riep dat ze al geen manager was geworden, in een uithoek in de praktijk was neergezet, steeds minder aantrekkelijk werk kreeg. Het was voor haar aanleiding om haar jas weer aan te trekken, en ze is naar huis gegaan.
Diezelfde dag belde ze op dat ze naar de huisarts was gegaan dr Janssen en zich daar ziek had gemeld. De huisarts had eerst maar eens rust bevolen en ze zou ons op de hoogte houden.
Na verloop van tijd werd de secretaresse opgeroepen door de Arbo arts en die gaf te kennen dat ze na enkele gesprekken op begin  april 2002 weer aan de slag kon.
Na een paar dagen op 11 april heeft de secretaresse zich wederom ziek gemeld. Toen zou er een mediation traject gestart worden.
Echter op 14 mei 2002 belde de secretaresse zelf op en verzocht een gesprek met Jos en mij, expliciet wilde ze dit zonder de manager.
Op 16 mei hebben Jos en ik een gesprek met haar gehad, en nogmaals uitgelegd dat de tijden verandert waren, we op een nieuwe plek werkten, en dat ze met nieuwe mensen moest leren te werken. Wij maakten haar duidelijk dat de schuld niet bij de manager lag maar dat wij dit traject van meer zakelijke benadering hadden gekozen, en hem gevraagd om dit voor ons uit te voeren.
Op 31 mei hebben we een brief ontvangen waarin de secretaresse zelf ontslag nam. Achteraf hebben we begrepen dat ze per 1 juni elders een baan had aangenomen.
Als je dan per 31 mei je ontslag neemt met alle problemen die er waren, dan kan ik me goed indenken dat iemand zich misschien kan VERGISSEN als je op 16 oktober 2002 een gesprek hebt met de commissie van de Inspectie Volksgezondheid.
Deze commissie heeft alle betrokkenen die aan het ziekbed van Silvia Millecam naar Den Haag laten komen. Jos en ik zijn daar ook nog geweest, en realiseerde ons niet wat ons te wachten stond. Wij zijn naar Den Haag getogen voor een gesprek met de onderzoeks commissie wat achteraf zoals Jos vandaag benoemde een verhoor, en nog later een kruisverhoor bleek te zijn. Na afloop nog een dikke vette bekeuring gekregen  omdat we de parkeertijd ruimschoots overschreden hadden. Wie had ook kunnen denken dat het zo langs zou duren!
Maar toen dr Janssen uit Millingen aan de Rijn een oproep kreeg om zijn deel van het ziekbed van Silvia te belichten heeft hij aangegeven dat hij de commissie uitnodigde om naar Millingen aan de Rijn te komen, en dat hij ook 3 assitentes en een secretaresse wilde introduceren als getuigen. Je moet weten dat na de secretaresse er ook nog 2 assitentes zich ziek hadden gemeld, en een is uiteindelijk op eigen initiatief in deze periode vertrokken.
Alle verslagen van de gesprekken hebben we opgevraagd, en wat blijkt dat zowel dr Janssen als de assitentes als de secretaresse zijn op 16 oktober 2002 in Millingen aan de Rijn in een werkruimte in de praktijk van dr janssen door de onderzoeks commissie gehoord.
Als je de verslagen leest komt er verdacht veel tekst overeen. Zinsnedes zijn precies identiek, en uitlatingen zijn hetzelfde.
We zijn er nooit achter gekomen of de voltallige onderzoekscommissie Dhr Westerouen van meeteren, mevr Peters en de verslaglegster mevr Meijer de betrokkenen tegelijk of ieder apart hebben gehoord. Daar is nooit een antwoord op gegeven.
Wat ik maar duidelijk wil maken dat het heel erg voor de hand ligt als je 4,5 maanden nadat je met problemen vertrokken bent bij een baas waar je totaal ruim 5 jaar hebt gewerkt misschien je zelf eens kunt VERGISSEN in objectieve waarnemingen.

Voor Jos was dit vandaag aanleiding om in de rechtzaal te zeggen dat hij het minstens vreemd vond dat deze dames in hun verklaringen door de tuchtrechters geloofd werden, en men ronduit in de tuchtzaak tegen Jos, Norbert en mij zei, dat onze verklaringen niet van waarden waren, aangezien wij goede vrienden van elkaar zijn.
Tja snap je nu waarom de messen ineens scherper geslepen waren. In 4,5 maand kun je een teleurstelling en opgekropte woede niet uit je systeem werken.
Tot op de dag van vandaag als ik een van de dames op straat tegenkom ontwijken ze me, en laten zelfs de winkelwagen gevuld met boodschappen onbeheerd achter, om zo de winkel te ontvluchten.
Ik heb tot twee maal toe de dames benaderd, om ze te verzoeken nog eens goed over hun verklaringen na te denken. Ik kan nog steeds niet geloven dat mensen zo kunnen handelen, en daar in blijven volharden.
Maar ja daarom ben ik wie ik ben, zoals de buurman Cor zegt. Ik ben veeeeeeeeeeeeeeel te goed van vertrouwen. Aan de andere kant is dat een eigenschap die ik maar wat graag koester. Wie goed doet goed ontmoet.

1 opmerking:

  1. dag 9 heb ik weer met verbijstering gelezen.
    heel veel sterkte de komende dagen
    liesbeth

    BeantwoordenVerwijderen